De Brug

Maandag, 25 november 2024

Al het nieuws uit Kampen, IJsselmuiden e.o.

Gerard Goes Clinic - Slijtageslag (deel 8)

Gerard Goes Clinic - Slijtageslag (deel 8)
Foto: Tennekes
Redactie: Gerard Meijeringh

Hardlopen is in. Steeds meer mensen doen aan deze sport. Het aantal hardloopevenementen groeit gestaag en die zijn doorgaans een groot succes. Waarom is hardlopen zo populair en waarom voelen mensen zich aangetrokken tot deze sport? Sportjournalist Gerard Meijeringh, die in het verleden drie marathons volbracht, gaat op onderzoek uit en dompelt zich onder in de belevingswereld van de beginners en de lichtgevorderden als deelnemer van een hardloopclinic bij Atletiekvereniging Isala ’96. Daarnaast maakt hij van de gelegenheid gebruik om zelf aan zijn techniek te schaven.

Deel 8: Slijtageslag (slot)

Op zaterdag 10 juni wacht me een van de grootste sportieve uitdagingen ooit. Voor de vierde keer sta ik aan de start bij de Zwolse Halve Marathon. Nog nooit heb ik zo weinig trainingskilometers gemaakt voor deze afstand.

Enkele dagen eerder haal ik het startbewijs op, dat ik van een Zwolse dame kan overnemen. Op mijn startnummer prijkt de naam ‘Maria’. Aangezien ik tijdens de halve marathon niet als ‘Maria’ door het leven wil gaan, voer ik een logische naamswijziging door. Het is een van de voorbereidingen voor mijn vierde halve marathon. In de kast kijk ik thuis of ik nog goede sportdrank heb staan. Ik vind een bus met poeder en maak drie flesjes met sportdrank. Dit zit boordevol suikers, dat snel door het lichaam wordt opgenomen. Tijdens de halve marathon merk ik het effect ervan. Het geeft echt tijdelijk nieuwe energie en verlicht de spierklachten. Verder maak ik twee zakjes met pannenkoeken. Mijn traditionele voeding voor de lange afstanden.

Geleerd van fouten in het verleden vertrek ik op zaterdagavond vroeg per fiets en neem ik met mijn route geen enkel risico. Op de Nieuwe Veerallee zie ik dat diverse hardlopers lopend naar de start gaan. Ik ga verder per fiets naar Hogeschool Windesheim. Daar kleed ik me om en loop vervolgens naar de start.

Aangekomen op de Koggelaan moet ik bijna een half uur wachten tot de start. Tussen een groot lint van lopers zie ik collega Jeroen Kuiper van De Stentor. Twee weken eerder trof ik hem in Maarssen bij de beslissingswedstrijd van KV DOS Kampen, waar hij me vertelde dat hij mee zou doen aan de halve marathon in Zwolle. Jeroen mikt op een tijd van 1.54. "Dan ga ik niet met jou meelopen", zeg ik tegen hem. Ondertussen brult Harm Wolters erop los. Handjes moeten de lucht in en wat al niet meer. Hij zingt zelfs een nummer van Jan en Zwaan, wat me als noorderling wel kan bekoren. Nadat de wedstrijddames van start zijn gegaan, klinkt 7 minuten en 33 seconden later het startschot voor de overige deelnemers. Het duurt echter geruime tijd voordat ik me echt in beweging kan zetten. Het enorme lint hardlopers wil maar niet op gang komen.

Na enkele minuten zie ik iets van beweging. Langzaam wandelend gaat het richting de startstreep. Yes, ik kan los. Maar dat valt in het begin toch wat tegen. Het is enorm druk en de looppas van mij en de lopers om me heen heeft meer iets weg van dribbelen. Na enkele honderden meters gaat het steeds sneller. Ik voel me goed en soepel bereik ik de Grote Markt. Zo gaat het door. Totdat ik op mijn sporthorloge kijk. Ik loop ruim 5 minuten per kilometer. Veel te hard voor mij. Ik ben teveel meegegaan in het tempo van andere lopers. Bijstellen doe ik echter nog niet. Het gaat lekker.

Dat had ik beter wel kunnen doen. Het is drukkend warm en de zon brandt op mijn gezicht. Ik betaal leergeld. Na zo'n acht kilometer krijg ik een klap. Ik pas het tempo aan en probeer mezelf te herpakken en moet mezelf zien herpakken. ‘Kleine pasjes, tik,tik,tik…..’, klinken de stemmen van de clinic-trainers Jan van den Berg en Cees Bottenberg door mijn hoofd. Ik leg hier even nadrukkelijk de nadruk op en het werkt. Ik weet mezelf te herpakken. Dat het ook wat koeler is geworden, speelt uiteraard ook mee. Ik kan weer genieten.

De Zwolse Halve Marathon is een enorm gezellig evenement. Bij deze zestiende editie is het aantal toeschouwers ongekend hoog. Langs de hele route staan er mensen en vaak rijen dik. En bijna iedereen reageert enthousiast. Ik zie diverse bekenden langs de kant en dat maakt het extra leuk. Na twee ronden begint de accu bij mij aardig op te raken. Maar de aanmoedigingen van het publiek geven me weer extra kracht. Helemaal als ik leden van de clinic van AV Isala '96 aan de kant zie staan en luidkeels mijn naam wordt geschreeuwd. Ik krijg even vleugels, maar dat is van korte duur. De derde ronde in mijn halve marathon is een slijtageslag. Natuurlijk had ik dat van tevoren verwacht. Ik laat me niet gek maken. Uitlopen is het doel. Bij de drinkposten neem ik even wat extra tijd, om de spanning van de spieren te halen. Daarna kan ik het weer een tijdje volhouden, maar mijn looptempo is drastisch ingezakt. Het maakt allemaal niet uit. Het is afzien, maar ook hier kan ik van genieten. Want ik weet dat ik het ga halen. Daar komt het Kerkbrugje in zicht. Ik besluit deze hindernis wandelend te nemen en neem een slok drinken. Daarna loop ik naar de finish. Bij de eindstreep gooi ik mijn handen omhoog. Ik kijk op mijn horloge. Er staat 2.23.29 uur.

Het is gelukt. Wat voor mij is begonnen als een leuk project om leuke verhalen over beginnende lopers te schrijven en een middel om aan mijn techniek te werken, eindigt met het volbrengen van de halve marathon. Dat had ik in maart echt niet kunnen denken. Rest mij om AV Isala ’96 en de trainers Cees Bottenberg en Jan van den Berg te bedanken. En alle deelnemers van de clinic. Het was een prachtige tijd. Deelnemen aan een clinic van AV Isala ’96 is een echte aanrader!