(door Gerard Meijeringh)
KAMPEN - Tijdens de coronacrisis liggen alle sportactiviteiten stil. Sportliefhebbers vullen dit hiaat op door terug te kijken in de tijd. Weekblad De Brug doet mee en bladert terug. In deel 7 van ‘Tien jaar terug in de tijd’ staat Gert Jan Kok centraal. De motorcoureur beleefde in 2010 een moeizaam seizoen in zijn eerste jaar in de Super Sport 600. Maar betere tijden volgen in 2011.
Deze keer gaan we iets verder terug in de tijd. Naar het weekend van 26 en 27 juni. ‘Kok pakt eerste ONK-punten’, luidt de kop in De Brug van dinsdag 29 juni. “Ja, dat kan ik me nog wel herinneren. Het was op het TT-circuit. Ik had een goede wedstrijd, maar het werd overschaduwd door een valpartij van Tristan Lentink”, aldus Kok. Hij is even stil. “Lentink bleef bij de start staan. Zijn motor viel uit. Ik kon hem nog net ontwijken, maar anderen niet. Kok laat een filmpje zien. Op de beelden is te zien dat Lentink zijn arm de lucht insteekt. Zijn motorfiets wordt aangetikt, hij valt van de motor en vervolgens geschept door een andere rijder. Een vreselijk beeld. “Hij was meer dood dan levend. De race werd meteen stilgelegd”, aldus Kok.
Na verloop van tijd vond er een herstart plaats. “Je weet dat het goed mis is, maar dat moet je vervolgens van je afzetten, want de race ging verder. Anders hoef je niet meer op te stappen.” Vervolgens verliep de race voor Kok zeer voorspoedig. In dat seizoen had Kok divers problemen. In Assen klopte voor het eerst in dat seizoen alles. Hij kwam als elfde over de streep en pakte vijf ONK-punten.
Aanvankelijk was Kok fietscrosser. Hij pakte zelfs een keer de Europese titel. Op 12-jarige leeftijd stopte hij met fietscross “Ik ging kijken bij een brommerrace en was gelijk verkocht. Zijn vader regelde een motor voor hem. Hij begon in 2002 met racen in de Aprilla Cup. Daarna ging hij rijden in de 125 cc. In 2005 kwam hij in het team Jan Bakker Racing terecht en vervolgens pakte hij twee Nederlandse titels (2005 en 2006). Daarna ging Kok op zoek naar een nieuwe uitdaging. Een team uit de Supersport 600 klasse toonde belangstelling, maar uiteindelijk kwam het niet rond. Kok stopte met de motorsport en stond drie jaar aan de kant. Vervolgens kwam hij toch nog in de Supersport 600 klasse terecht. Een ontmoeting met Jan Bakker vormde de inleiding tot een nieuwe samenwerking.
En daarmee keren we terug in 2010. Het eerste jaar van Kok in de Supersport 600. “Achteraf had ik er meer kunnen uithalen. Ik had meer verwacht van begeleiding. In de winter van 2009 kochten we twee Yamaha’s bij Sven Afendorp. Dan reken je erop dat je ook genoeg begeleiding kreeg, maar dat viel dus tegen. Misschien had ik vaker moeten testen. We misten kennis. Ik ging alles zelf uitzoeken. Dan denk je dat je goed bezig bent, maar achteraf gezien was het dom. Ik heb er te gemakkelijk over gedacht. Ik wilde het wiel zelf uitvinden. Dat heeft ons een jaar gekost.”
In 2011 had Kok de zaken beter voor elkaar. Het begon te lopen en hij zat steeds dichter tegen een podiumplaats aan. En toen overleed Jan Bakker. “Hij zei tegen me: ‘We pakken een podium.’ Maar dat heeft hij niet meer mee mogen maken. Twee weken na zijn overlijden haalde ik het podium. Dat was heel bijzonder. Jan z’n vrouw wilde graag dat ik ging rijden. Toen hebben we Jan geĆ«erd. Het was een heel emotionele week. Hij heeft veel betekende voor de motorsport. Het overlijden van Bakker betekende ook het einde van zijn periode als motorcoureur. Hij reed nog enkele incidentele wedstrijden, maar daarna was het echt gebeurd. Hij kijkt zeer tevreden terug. Tegenwoordig verzorgt Kok lessen bij Racingschool Europe. “Het is hartstikke leuk om te doen. Het racen is voor mij voorbij, maar ik volg alles nog. De motorsport was voor mij geen hobby. Het is een levensstijl. Je leeft ervoor. Ik ben heel dankbaar was ik al die jaren heb mogen doen.”