De Brug

Vrijdag, 22 november 2024

Al het nieuws uit Kampen, IJsselmuiden e.o.

Gerards Coronakrabbels: Deel 3: Handzeep

Gerards Coronakrabbels: Deel 3: Handzeep
Foto: Koen Meijeringh
Redactie: Gerard Meijeringh

(door Gerard Meijeringh)

Het coronavirus regeert. Dikwijls beseffen we nauwelijks wat we meemaken en verlangen we terug naar de goede tijden waarin we leefden als God in Nederland. Een periode die nog maar even achter ons ligt, maar toch zo ver weg lijkt. In de huidige moeilijke periode probeer ik wat verlichting te brengen met een reeks ‘Coronakrabbels’. Over alledaagse dingen in de wondere wereld waarin het coronavirus voorlopig nog steeds de dienst uitmaakt.

“Was je handen”, hoor ik premier Mark Rutte zeggen in de eerste weken van de coronacrisis. Het lijkt een overbodige opmerking. Hygiëne zit ingebakken in de Nederlandse samenleving zou je zeggen. Toch hebben we in ons land op dit gebied nog wel een inhaalslag te maken, ook al voor de coronacrisis.

Jarenlang heb ik me geërgerd aan de smerige toiletten aan de Nederlandse snelwegen. Veel kunnen we leren van onze oosterburen. Toen ik voor het eerst met de auto een lange trip door Duitsland maakte, gingen m’n ogen open. Betalen voor het toilet, maar alles spic en span schoon. Vervolgens kreeg je een gedeelte van de betaalde pleevergoeding terug bij een aankoop. Jaren later volgde Nederland. Met als gevolg; schonere toiletten, al kan het nog veel beter.

Als liefhebber van bier en gezelligheid stond ik voor de coronacrisis ook niet te juichen over de hygiënische omstandigheden in sommige cafés. Diep in de nacht kon je in de toiletten skiën over de met urine overladen ondergrond. En kunt u het katoenen handdoekje herinneren in een toilet in een vaag café? Hangend aan een haakje en uitnodigend. Maar o zo gevaarlijk. Pak me! Om daarna vol toe te slaan. Gemeen en confronterend vochtig, zeg maar klam. Boordevol verhalen die je niet wilt weten. Ik zou zeggen: ideaal voor het coronavirus. Een heerlijke verstopplek om vervolgens genadeloos wild om zich heen te slaan.

Het doet me denken aan een vakantie in Portugal. Samen met een kameraad kwamen we met de trein vanuit Lissabon aan in Coimbra. Vervolgens snel op zoek naar een WC. ‘Daarheen’, zei een bijna tandloze Portugees en wees ons lachend in de goede richting. Eenmaal aangekomen bij dit toilet voltrok zich voor mij persoonlijk de goorste ervaring ooit op het gebied van hygiëne. Ik had nog nooit zoveel stront bij elkaar gezien. Lachend zag de hulpvaardige grappenmaker ons kokhalzend weglopen.

Wat een verschil met nu. Mensen wassen hun handen kapot met handzeep alsof er schuurpapier aan te pas is gekomen. Overdaad schaadt, ook in dit geval. De potten verzachtende lotion zijn bijna niet aan te slepen. In de winkel zie ik een leeg schap met daarvoor een kaartje. ’Nivea Verzachtende Tonic Droge huid, 5,49. Ik duw m’n winkelkar verder en voel de ontsmettingsspray op de greep van de winkelwagen. Het voelt vochtig, koud, plakkerig en onplezierig. Net als een teveel gebruikt handdoekje in een toilet.

Ik schrik en kan een gil net onderdrukken. Ik reken af, breng de winkelwagen terug bij de jongen die de handgreep onder zijn hoede had genomen. Ik bedank hem voor bewezen diensten en ga over tot de orde van de dag. Op zoek naar andere meer plezierige gedachten in een tijd waarin het coronavirus regeert.