(door Niek Teune)
KAMPEN – Op alle vlakken gaat het economisch gezien goed in Kampen, tot grote tevredenheid van wethouder Meijering. Niek Teune sprak met hem over de huidige economische situatie van onze gemeente, de zorgen, bedreigingen en kansen. “We kunnen niet blijven groeien en onze ecologische voetafdruk blijven vergroten. Daar moeten we van doordrongen zijn.”
In november 2019 informeerde het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad van Kampen over de stand van zaken van de lokale economie. In de informatienota werd gesproken over ‘een economische ontwikkeling die een flinke dynamiek kent’. Het aantal bedrijfsvestigingen en banen groeit, in verhouding meer dan in de Provincie Overijssel en de Regio Zwolle. Ook het aantal inwoners van de gemeente Kampen neemt toe. Het zal wethouder Geert Meijering (CDA), wethouder van Economische Zaken, als muziek in de oren hebben geklonken. Op alle vlakken gaat het economisch gezien goed in Kampen.
Heeft u er een verklaring voor waarom het zo goed gaat met de Kamper economie?
“Het belangrijkste is dat in heel ons land, zelfs in heel West-Europa de economie het goed doet. Tegelijkertijd denk ik dat de samenwerking in de Regio Zwolle tussen overheid, ondernemers en onderwijs belangrijk is voor een goed economisch klimaat. Gecombineerd met onze goede logistieke ligging heeft dat wel bijgedragen aan de verkoop van bedrijfskavels. Daarnaast hebben wij als gemeente geïnvesteerd in samenwerking op het gebied van toerisme en recreatie. In 2017 kreeg onze stad 360.000 toeristen; een jaar erop waren dat er al 120.000 meer. Het aantal cruiseschepen neemt ook toe. Toeristen weten Kampen steeds beter te vinden en daar wordt steeds meer geld aan verdiend. Dat is mede te danken aan de investeringen die wij als gemeente gedaan hebben, met Kampen Marketing en Kampen Partners. Daar ben ik trots op.”
In hoeverre is het economische hoogtij in Kampen te danken aan het beleid van de portefeuillehouder?
Lachend: “In algemene zin is het de taak van de overheid om volgend en faciliterend te zijn. De ondernemers doen het zelf en profiteren van de economische ontwikkeling. Zij verdienen in mijn ogen de credits.”
In welke zin is de gemeentelijke overheid dan op de juiste manier faciliterend geweest?
“Om een voorbeeld te geven: de bedrijven in onze havens doen het goed. Er gaan steeds meer containers door de Zuiderzeehaven. Die containers gaan nu over het water en niet meer over de weg. Het heeft van visie getuigd van de vorige colleges om de Haatlandhaven en Zuiderzeehaven aan te laten leggen. Daar plukt Kampen nu de vruchten van.”
Wat zijn de sterkte punten van de Kamper economie?
“Onze gemeente heeft een sterke industrie. Er is heel veel werk in de bouw- en maakindustrie. Er worden veel dingen gemaakt, met de handen en machines. Wij zijn ook sterk in logistiek; transport over weg en water. Vooral op het water liggen er kansen. Economisch gezien komt steeds meer de noodzaak boven om goederen over het water te vervoeren omdat de weg dichtslibt. Watervervoer wordt steeds betrouwbaarder.”
Even een paar getallen. In 2018 zijn er in Kampen 978 banen bijgekomen. Kunt u aanwijzen in welke sectoren dit vooral het geval is geweest?
“Wat opvalt is dat voor het eerst het aantal banen in de dienstensector in Kampen is toegenomen. Dat zijn onder andere de adviesbureaus en advocatenkantoren. Het is opvallend, maar zeker niet verkeerd. En de zorg is een groeimarkt. Dat is aan de ene kant mooi, maar de zorgkosten zijn er ook. Aan de groei van de zorg zitten daarmee twee kanten.”
Het gemiddelde gestandaardiseerd inkomen per hoofd in Kampen bedraagt in 2017 € 28.200. Het gemiddelde niveau ligt landelijk € 2400 hoger. Is dat iets zorgelijks?
“De gemiddelde Kampenaar heeft minder te besteden dan de gemiddelde Nederlander. Horeca en detailhandel hebben daar mee te maken. Wij als gemeente hebben te maken met de zorgvraag die ik zojuist al even noemde. Het is een feit dat laagopgeleiden er sneller een beroep op doen dan hoogopgeleiden. Daarom hebben wij er belang bij dat het gemiddeld inkomen omhoog gaat, maar dat is niet iets dat wij als college zelf helemaal in de hand hebben. Maar het zou goed zijn als wij het zo kunnen faciliteren dat er mensen komen wonen en komen werken in Kampen uit een hoger segment. Dat zou voor onze stad heel goed kunnen zijn.”
U heeft inmiddels al een aantal keren de zorgkosten genoemd. Juist door deze zorgkosten zag de gemeente zich genoodzaakt om onlangs fors te bezuinigen. Gaat dit een negatieve impact hebben op de economische hoogtijdagen van de stad?
“Ik ben er niet zo bang voor. We hebben de onroerende zaakbelasting (OZB) verhoogd, dat raakt ook ondernemers. Dat realiseer ik mij terdege en ik ben er in die zin ook niet blij mee. Er lag echter ook een voorstel om te bezuinigen op evenementen. We hebben besloten om dat bewust niet te doen. We blijven ook investeren in Port of Zwolle en in Kampen Partners. Veel van de economische infrastructuur blijft overeind. Het ondernemersklimaat van Kampen gaat niet kopje onder ten gevolge van de bezuinigen bij de gemeente.”
Zijn er zaken met betrekking tot ondernemen in Kampen waar u als wethouder Economische Zaken zorgen over heeft?
“Zeker, dan gaat het in de eerste plaats om oudere bedrijventerreinen. Bepaalde stukken van Haatland, die zie ik achteruitgaan. Banken willen steeds minder investeren in renovatie van oudere bedrijfspanden op dergelijke bedrijventerreinen. Dat is slecht voor de panden en slecht voor de ondernemers. Daar zullen we samen met de ondernemers een oplossing zien voor te vinden. Wat in mijn ogen ook beter zou kunnen, is het ‘strategisch klankborden’ met de ondernemers. Ik krijg ook wel eens van hen advies welke kant het op zou moeten in Kampen. Maar vaak gaat dat over actuele, beperktere kwesties. Een soort van gebiedsoverstijgend collectief van ondernemers als economisch adviesorgaan van Kampen, dat mis ik wel eens. Voor bijvoorbeeld het ontwikkelen van een nieuwe economische agenda. Meer een strategische denktank dan een vereniging die een deelbelang behartigd.”
Waar valt in uw ogen voor de Kamper economie nog wat te winnen?
“Naast het vervoer over water kom ik dan bij het toerisme, waar al heel veel gewonnen is. Maar onze stad heeft echt nog behoefte aan meer hotels of overnachtingsaccommodaties. Wat ik ook belangrijk vind, is dat wij onze faciliteiten aan de IJsselkade voor cruiseschepen in orde gaan maken. Walstroom ontbreekt daar nog. Het gevolg is dat omwonenden overlast ervaren door het gebruik van stroomaggregaten. Wil je als Kampen zijnde meer toeristen ontvangen, dan moet je ook investeren in de draagcapaciteit van je inwoners. Dus er zal op termijn ook een investering in walstroom moeten komen.”
Wat moet er de komende jaren veranderen of juist zo blijven om als Kamper economie op hoog niveau mee te blijven draaien?
“Je ontkomt er niet aan om economische groei circulair en duurzaam te laten zijn. Dat zijn transities die heel West-Europa raken, dus ook Kampen. Stel dat je als gemeente zegt dat je een extra bedrijventerrein wilt of juist een bestaand bedrijventerrein wilt vernieuwen, dan moet dat ook gericht zijn op verduurzaming en circulariteit. Dat is essentieel om te blijven groeien. We kunnen niet blijven groeien en onze ecologische voetafdruk blijven vergroten. Daar moeten we van doordrongen zijn.”
Gre Faber | zondag 8 maart 2020 17:37