De Brug

Donderdag, 21 november 2024

Al het nieuws uit Kampen, IJsselmuiden e.o.

Tweede Kamerlid Hilde Palland wil meer aandacht voor Familiebedrijven

Tweede Kamerlid Hilde Palland wil meer aandacht voor Familiebedrijven
Redactie: Nick de Vries

(door Niek Teune)

KAMPEN – Tweede Kamerlid Hilde Palland (CDA) heeft de afgelopen maanden gewerkt aan een initiatiefnota Familiebedrijven. Het Kamerlid uit Kampen vindt dat er op dit moment te weinig aandacht vanuit Den Haag is voor het familiebedrijven, terwijl zij in haar ogen juist ‘de stabiele ruggengraat van onze economie’ zijn. “Dit type bedrijvigheid wil je faciliteren.”

Hoe definieert u een familiebedrijf?

“De algemeen gehanteerde definitie is: een bedrijf dat is gestart, in eigendom is van iemand of waarbij een familielid is betrokken in het bestuur. Dat is een hele brede definitie, want ‘het familiebedrijf’ bestaat niet. Van Heineken tot de slager hier op de hoek; het zijn allemaal familiebedrijven. In Overijssel zijn zij hele belangrijke werkgevers. We hebben hier in de regio veel agrarische familiebedrijven. Maar ook in de maakindustrie en de horeca treffen we ze aan. Overal zie je ze terug. Familiebedrijven zijn de stabiele ruggengraat van onze economie.”

Wat is bij uitstek kenmerkend voor een familiebedrijf?

“De bedrijfsvoering van familiebedrijven is gericht op de lange termijn. Ze hebben, over het algemeen, een goede financiële positie. Ook in de coronacrisis hebben familiebedrijven het over het algemeen langer uit kunnen zingen dan niet-familiebedrijven. Dat komt omdat er vaak meer eigen vermogen in de zaak zit en familiebedrijven minder schulden hebben dan niet-familiebedrijven. Alleen winstmaximalisatie op de korte termijn is niet altijd doorslaggevend bij het maken van een beslissing. Het is voor familiebedrijven belangrijk dat de nieuwe generatie de mogelijkheid heeft om het bedrijf gezond voort te zetten, zonder opgezadeld te worden met grote schulden. Men houdt rekening met het doorgeven van het bedrijf aan de volgende generatie.”

Worden familiebedrijven tegenwoordig niet ingehaald door jonge startups?

“Dat denk ik eigenlijk niet. Een economie heeft baanbrekende startups nodig, zeker. Maar vergis je niet in het innovatievermogen van familiebedrijven. Zij hebben het aanpassingsvermogen om van generatie op generatie te overleven. Ze moeten continu blijven innoveren en omschakelen om bij de tijd te blijven. Daar zijn ze sterk in, want anders bestaat een familiebedrijf niet generaties lang. Dus het beeld dat het alleen maar conservatieve bedrijven zijn die al honderd jaar hetzelfde doen, dat klopt zeker niet.”

Heeft een familiebedrijf ook nadelen?

“Binnen een familiebedrijf zijn zowel familiebelangen, bedrijfsbelangen als eigendomsbelangen met elkaar verweven. Dat kan een onderneming kwetsbaar maken. Het komt voor dat de generatie die het bedrijf moet overdragen, het moeilijk vindt om het los te laten. Is degene die het overneemt wel geschikt? Het gevolg kan zijn dat een nieuwe generatie zelf weinig ruimte krijgt om leiding te geven en nieuwe wegen daarin te bewandelen. Dat is wel nodig wanneer een familiebedrijf toekomstbestendig wil zijn. Het kan soms ook moeilijk zijn om een keuze tussen de kinderen te maken. En willen de kinderen wel door in het bedrijf? Vroeger was het vrij gebruikelijk dat een onderneming van vader op zoon overging, maar nu maken kinderen vaker een eigen afweging en keuze. Bedrijfsopvolging is zodoende een kwetsbaar moment bij familiebedrijven.”

Wat zijn de voordelen?

“Zeker als een bedrijf al een aantal generaties bestaat, zie je dat het bedrijf erg betrokken is bij de stad of het dorp waar de familie vandaan komt. Ze zijn vaak de lokale dragers van het verenigingsleven. De sponsoren van de lokale voetbalvereniging en de Sinterklaasintocht, zal ik maar zeggen. Het feit dat familiebedrijven lokaal geworteld zijn, dat zorgt ervoor dat er een betere gemeenschap ontstaat. Dit type bedrijvigheid wil je faciliteren als overheid zijnde.”

In hoeverre wordt die bedrijvigheid al landelijk gefaciliteerd?

“Er is nog weinig oog voor het belang van familiebedrijven bij de overheid. We zien dat in Den Haag de aandacht voor familiebedrijven wat toeneemt, maar dit vertaalt zich nog niet in specifiek beleid. Het Rijk heeft de fiscale bedrijfsopvolgingsregeling (BOR), dat is een belangrijke voorziening voor familiebedrijven om bedrijfsopvolging überhaupt mogelijk te maken. Maar daar houdt het wel mee op. We doen op te moment te weinig om familiebedrijven te helpen bij de uitdagingen waar zij voor staan, vind ik.”

Hebben de provinciale overheden meer aandacht voor de familiebedrijven?

“Dat varieert een beetje per provincie. Overijssel loopt daarbij wel echt voorop. In onze provincie wordt bij het LEF (Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven, red.) van Windesheim veel onderzoek gedaan naar familiebedrijven. Daarnaast bestaat er in Overijssel bijvoorbeeld een subsidieregeling waarbij een nieuwe generatie financieel wordt bijgestaan bij het doen van grote investeringen om een familiebedrijf toekomstbestendig te maken. De subsidieregeling kan net een laatste duwtje in de rug zijn. Lerende vanuit Overijssel, denk ik dat wij als landelijke overheid meer moeten kijken hoe wij de positieve kanten van familiebedrijven voor het voetlicht kunnen brengen en de kwetsbaarheden kunnen ondersteunen. Juist ook omdat we ze van meerwaarde vinden voor onze samenleving.”

U heeft gewerkt aan een initiatiefnota over familiebedrijven. Waarom?

“Allereest omdat er nog geen landelijk beleid voor familiebedrijven is. Toen ik kandidaat was voor de Tweede Kamer, heb ik aan toenmalig partijleider Sybrand Buma een pamflet overhandigd met ‘de wijsheid uit het Oosten’. Ik heb toen aangegeven dat ik familiebedrijven belangrijk vond. Nu ben ik iets meer dan een jaar Tweede Kamerlid en kan ik zelf het initiatief nemen. Na de zomer van 2019 ben ik ermee gestart. Vervolgens heb ik veel werkbezoeken afgelegd en veel informatie verzameld. Ik ben alles nu aan het verwerken tot een definitieve nota.”

Wat moet deze initiatiefnota concreet uit gaan werken?

“De regering heeft in 2017 een onderzoek laten doen door het CBS naar het functioneren van familiebedrijven, maar dat is daarna niet meer herhaald. Mijn oproep zou zijn om die cijfers structureel bij te houden. Ook wil ik graag vanuit de landelijke overheid ondernemers faciliteren in de bedrijfsopvolging en ik wil graag dat we familiebedrijven gaan helpen bij de spanningen die om de hoek komen kijken bij de verschillende belangen. Dat kan bijvoorbeeld door een instrument als een familiestatuut te promoten. Het is goed om als overheid de tools aan te reiken zodat er binnen het familiebedrijf van tevoren over nagedacht wordt. Dat is niet alleen in het belang van onze familiebedrijven, maar van heel Nederland.”