(door Gerard Meijeringh)
KAMPEN – De Kamper atletiekbaan stond donderdagavond geheel in het teken van de 8 keer 100 meter Challenge van de VB-groep (sporters met een verstandelijke beperking) van AV Isala ’96. De atleten van de VB-groep hadden in het kader van Play Unified alle atleten van de Kamper atletiekvereniging uitgedaagd en met succes. Maar liefst 19 teams kwamen donderdagavond in actie.
Dat de VB-groep echt meetelt bij AV Isala bleek donderdagavond. De Challenge was een echt Isala-feestje. Maar liefst negentien teams deden mee, verspreid over vier series. De VB-groep eindigde als derde in de serie. En er had nog wel meer ingezeten. “Bij de eerste wissel viel het stokje. Jammer, daar heb je dan twee maanden voor getraind”, zegt Gré Vrijbloed na afloop met een lachend gezicht.
Samen met Henk Jan Dorgelo had ze de organisatie in handen van deze speciale Challenge, afgeleid van Play Unified. Special Olympics Nederland zet zich in om sporters met en zonder verstandelijke beperking met elkaar in contact te brengen. Via het programma Play Unified worden allerlei activiteiten georganiseerd om dit te bereiken. AV Isala ’96 gaf hier een eigen draai aan met een acht keer 100 meter estafette. Gré Vrijbloed en Henk-Jan Dorgelo maakten sporten mogelijk voor sporters met een verstandelijke beperking bij AV Isala ’96. “Mijn zoon Wijnold Dorgelo wilde graag sporten, maar er was niets”, vertelt Vrijbloed. Als lid van AV Isala ’96 besloot ze zelfs iets te organiseren bij haar eigen vereniging, zodat mensen met een verstandelijke beperking konden sporten bij AV Isala ’96. Dat was 12,5 jaar geleden. “We zijn met twee personen begonnen. Al snel kwamen er twee uit Zwolle bij.”
Momenteel bestaat de groep uit acht. Zes atleten die zich bezighouden met technische nummers als hoogspringen, verspringen en kogelstoten. Deze zomer is AV Isala ’96 gestart met een loopgroep, waardoor de VB-groep is uitgebreid met twee lopers.
De VB-groep is volledig opgenomen in de Isala-familie. “Ze zijn goed geïntegreerd in de vereniging. Dat is heel fijn. Het is belangrijk dat ze hier lekker kunnen sporten. Het geeft ze echt iets. ‘We zitten op atletiek’, kunnen ze zeggen. Ze hebben iets te vertellen. Het geeft ze een identiteit, ze horen ergens bij en het is ook goed voor de conditie.”
