KAMPEN - Afgelopen week maakte André Beens van KV DOS Kampen / Veltman bekend dat dit seizoen voor hem het laatste seizoen is in de hoofdmacht van DOS. Daarmee komt een einde aan de carrière van Beens, die bij DOS uitgroeide tot een cultheld.
Beens, 32 jaar, debuteerde al op zeventienjarige leeftijd in het eerste van DOS. Een armblessure van Jeffrey Rill was daarvan de reden. Het werd een uitstekend debuut, want hij behield vervolgens zijn plek en stond die ook in de jaren daarna nooit meer af. Bij iedere trainer was hij een zekerheidje voor de basis. Nu, na bijna vijftien jaar, vindt hij het genoeg. “Ik heb jarenlang veel energie in het korfballen gestoken en ik merk dat de jaren wel wat gaan tellen. Fit genoeg blijven om op dit niveau mee te draaien kost me steeds meer energie. Het is nu mooi geweest.”
Beens groeide in de afgelopen vijftien jaren uit tot een cultheld in de korfbalwereld. Wordt er vaak gekeken naar het scorend vermogen van een speler in een sport, waarin iedereen wel op het scoreformulier terechtkomt, bij Beens vielen andere aspecten van het korfballen op. Verdedigend en reboundend was hij vaak de beste van het veld. André Beens schoot zelden en maakte dus ook weinig doelpunten. Maar zijn bijdrage in de aanval bestond vooral uit ijzersterk rebounden. In de korfzone kwam hij in de aanval vaak boven de vijfenzeventig procent rebounds uit, waardoor zijn medespelers vaker aan schot kwamen. Zo kon René Bruggeman, met wie hij een ijzersterk duo vormde, meermalen uitgeroepen worden tot topscoorder in zijn klasse. Datzelfde gold daarna voor Matthijs Bastiaan, die eveneens profiteerde van het beulswerk van Beens onder de korf.
Zelf scoren interesseerde de teamspeler pur sang niet zo. “Wanneer het vak scoort, beleef ik daar net zo veel plezier aan als aan mijn eigen doelpunten. En als een andere speler een goed schot heeft, vind ik het mooi om hem of haar uit te spelen”, zegt de bescheiden Beens. Maar wanneer Beens dan wel een keer scoorde, stond het publiek prompt op de banken.
Ook verdedigend was zijn rebound sterk. Een score van vijftig procent verdedigende rebounds is bijzonder knap, maar voor Beens heel normaal. Toch stond hij verdedigend niet zo vaak in de korfzone. Zijn andere opvallende kwaliteit was en is immers het verdedigen van puntspelers en menige hoofdaanvaller kreeg slapeloze nachten van een wedstrijd aanvallen tegenover Beens. Topscoorders, die normaal gesproken goed waren voor zeven-acht treffers per wedstrijd, bleven tegenover Beens daar vaak ver onder. Het noopte veel tegenstanders tot tactische aanpassingen, die zelden goed uitpakten.
Beens denkt met veel plezier terug aan zijn vijftien jaren in de hoofdmacht. Hoogtepunten voor hem? “Het jaar dat we kampioen werden in de Overgangsklasse en het jaar daarop, toen we in de Hoofdklasse mochten spelen. En vorig zaalseizoen, toen we ongeslagen bleven. Maar ook de vele derby’s tegen Wit-Blauw met een stampvolle sporthal waren mooi. Ik denk dat veel ploegen jaloers zijn op het korfbalpubliek in Kampen. Zowel op het veld als in de zaal was het iedere thuiswedstrijd weer genieten van de ambiance.”
André Beens speelt zaterdag 15 juni zijn laatste wedstrijd en dat is dan uitgerekend tegen Wit-Blauw: “Ja, daar heb ik veel zin in. Het is leuk om in de derby afscheid te kunnen nemen.”
Wat Beens nu gaat doen, is nog onbekend. In ieder geval blijft hij als kaderlid bij DOS in de sponsorcommissie actief.
