DEN HAAG – Scheepssloperij Hoeben in Kampen zal zwaar moeten bloeden als het weer een overtreding maakt bij de import van schepen uit het buitenland. De Raad van State verwierp vandaag de bezwaren die door Hoeben waren ingediend tegen de dwangsom van 250.000 euro die was opgelegd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De dwangsom is terecht opgelegd, oordeelt de Raad.
De zaak draaide om de import van een duwbak uit België. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het ministerie constateerde bij een controle dat het om een sloopbak ging waarvoor niet de vereiste importprocedure was gevolgd. Volgens het ministerie moest de duwbak gezien worden als afval. En gezien het verleden van Hoeben met meerdere overtredingen bij het importeren van schepen die afval bleken te zijn, besliste het ministerie dat een zware dwangsom nodig was.
Hoeben kwam bij de Raad met het argument dat de duwbak geen sloopbak was. De import van de duwbak was bedoeld om die door te verkopen. De kostprijs van de duwbak was ook veel te hoog om die te gaan slopen.
Maar een feit is dat de duwbak al tijdens het transport naar de werf in Kampen water maakte. Bij het takelen van de duwbak op de kade viel die zelfs uit elkaar. Een medewerker van het ministerie opperde dat Hoeben mogelijk een kat in de zak heeft gekocht.
Hoeben mag van het ministerie voortaan alleen nog sloopschepen importeren als hij een juridisch bindend contract heeft afgesloten met de verkoper. Met een terugnameverplichting als blijkt dat het om afval gaat. Ook moet hij zorgen dat alle importdocumenten kloppen.
De Raad van State oordeelt dat de duwbak inderdaad vanwege de slechte staat een sloopbak was en dus als afval moest worden gezien. De duwbak mocht ook niet als duwbak worden gebruikt, omdat daarvoor een geldig document ontbrak.

