(door Maarten van Gemert)
DRONTEN - De Reevesluis in aanbouw bij het Drontermeer wordt op een aantal punten duurzaam uitgevoerd. Ten opzichte van de oorspronkelijke plannen zijn er wijzigingen doorgevoerd. Minister Cora van Nieuwenhuizen sloeg in februari de eerste paal voor de bouw van de sluis en lichtte een tipje van de sluier op over het duurzame karakter. Cor Beekmans, projectmanager bij Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, licht nader toe waarom er gesproken kan worden van ”de meest duurzame sluis van Nederland”.
Rijksbeleid
Feitelijk zijn de wijzigingen in het ontwerp van de Reevesluis in een paar maanden doorgevoerd. Beekmans is daar trots op. De beleidslijnen vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wijzigden in november. De doelstelling luidt officieel ”het bevorderen van de circulaire economie met als doelen het behouden van natuurlijke hulpbronnen, zicht op de economische keten en het gebruik van hulpbronnen, het verbeteren van de voorzieningszekerheid van grondstoffen, het verminderen van emissies en het versterken van de Nederlandse economie.” Deze doelen zijn te herkennen in de duurzame aspecten van de Reevesluis, die ter vervanging van de Roggebotsluis wordt gebouwd aan de gemeentegrens van Kampen.
Gebiedsontwikkeling
Rijkswaterstaat, opdrachtgever voor de Reevesluis, hanteert drie aandachtspunten, geeft Beekmans aan: Energie en klimaat, duurzame gebiedsontwikkeling en circulaire economie oftewel kringloopeconomie. Dit laatste komt tot uiting in het bedieningsgebouw dat wordt gebouwd. Naar verwachting zal dat maar tien jaar nodig zijn omdat RWS naar een centrale aansturing van sluizen toe werkt. Het gebouw wordt dan ook zo gemaakt, dat het straks verplaatsbaar is en op een andere plaats een tweede leven kan krijgen. Bovendien wordt er een ’materialenpaspoort’ opgesteld waarmee later bekend is hoe het bedieningshuisje is samengesteld. Op materiaalgebruik is flink bespaard door geen massieve betonnen bak te bouwen maar de sluis als het ware ’lek’ te maken. Een bodem ontbreekt en dat scheelt meer dan 200 betonnen heipalen. Economisch gezien kun je vier afwegingen inzake duurzaamheid maken, schetst Beekmans: ”Rendabele maatregelen? Meteen toepassen. Bijna rendabel? Toch doen. Niet doen als het geen goed voorbeeld en een negatieve business case geeft.” Als de balans negatief is maar de maatregelen een goed voorbeeld geven, wil Beekmans toch daarvoor kiezen. ”Zonder oefenen, leer je niks,” concludeert hij. Daarmee doelt de vorig jaar aangetreden projectmanager op het experimentele aspect van de Reevesluis.
Omissies
Op energieverbruik zal bespaard worden door een ’stand-by killer’ maar of de sluis zelfvoorzienend wordt qua energie, is onzeker. Er zouden zo’n 400 zonnepanelen nodig zijn die landschappelijk lastig in te passen zijn. Bovendien kiest RWS misschien voor een centrale compensatie van CO2-uitstoot. De sluis zal op conventionele wijze hydraulisch worden aangestuurd en daarin schuilt de tweede duurzame misser. Een elektromagnetische aandrijving, die een energiebesparing van 20% zou kunnen opleveren, betekende een te grote inbreuk op het ontwerp. De verwachting is dat de schudkolk (waarin de schepen het waterhoogteverschil overbruggen) volgend jaar in gebruik genomen kan worden. De gehele fase 2 van Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, waarvoor Cora Nieuwenhuizen tegelijk met de sluisbouw het startsein gaf, zou in 2022 voltooid moeten zijn. Tot die tijd werkt Cor Beekmans, die op zijn eerste werkdag om zes uur ’s ochtends koffie stond te schenken bij de opening van de Nieuwendijkbrug, gedreven door aan de innovatieve Reevesluis.
Gerelateerde artikelen