We leven in bevreemdende tijden, die tegelijk roerig en stil zijn. De ziekte die door ons land en heel de wereld gaat brengt alles in rep en roer. En om die ziekte tegen te gaan, is alles stilgelegd. Dat is voor iedereen vreemd.
Nu gaan langzamerhand de maatregelen versoepeld worden. Er komt wat meer reuring op de straten. Roerig kun je het nog niet noemen. Iedereen houdt de adem in – zal de opening niet te vroeg zijn, zodat de ziekte weer de overhand neemt? Of te laat, met grote economische gevolgen? Dat alles geeft een heel eigen perspectief op de zaak. Voor ieder voelt dat vreemd.
Even vreemd is het in de raad. Het college biedt ons de jaarstukken aan. Die gaan we met z'n allen, digitaal, elk apart vanuit ons eigen kamertje bespreken. Ook dat voelt vreemd.
Het college schrijft dat er veel is gerealiseerd in 2019. Ook is de algemene reserve, de buffer van de gemeente, bijna gehalveerd. Toch is het college positief over 2019.
Dat voelt vreemd.
Er is in het afgelopen jaar voor een slordige tien miljoen euro meer uitgegeven dan er inkwam. Normaal gesproken zou je daar ruim voor de jaarrekening veel over horen. Nu is het stil. Het college is positief over 2019.
Vreemd is dat. Ik dacht dat 2019 voor de gemeente een zwaar jaar was. Er moest bezuinigd worden. De OZB voor bedrijven werd tweemaal op rij verhoogd. Iedereen gaat meer belasting betalen. Het is de vraag of het genoeg is. Volgens de laatste berichten is het leed nog niet geleden.
Hoe 2020 er financieel uit gaat zien is een grote vraag. Veelbelovend ziet het er voorlopig nog niet uit. En dat al voordat we de gevolgen van de huidige crisis meenemen. Te denken dat je dan op dezelfde voet door kunt gaan, en dat alles wel mee zal vallen, dat zou pas vreemd zijn. Hier moet meer gebeuren. Er moeten scherpere keuzes gemaakt worden. Ook als dat pijn doet.
U merkt, ik vind het moeilijk voor 2020 een perspectief te tekenen. Er is veel wat we nog niet weten. Veel ook wat buiten onze macht ligt. We vrezen dat er veel zal tegenvallen.
Er is in dit jaar al veel pijn geleden, veel rouw, veel eenzaamheid. We zijn stilgezet. Denken dat straks alles weer op de oude voet verder gaat – dat zou echt vreemd zijn.
Gelukkig is een onduidelijk perspectief niet hetzelfde als een onduidelijke verwachting. We vieren donderdag hemelvaart. Dan denken we aan de Heere Jezus die boven alles uit steeg, die nu in de hemel is, ons ten goede. Wij kunnen niet alles vooruitzien, niet alles doorzien. Hij wel. Zelfs als wij het niet begrijpen, loopt Hem niets uit de hand. Daarom mogen we altijd opzien, en alles verwachten van Hem, die in de hemel zit.