KAMPEN - ‘Eerlijk gezegd? We hadden niet direct zin om naar Kampen te verhuizen, als ik heel eerlijk ben. Maar op een gegeven begrepen we dat dit toch het plan was. En toen werden we ook écht enthousiast.’ Aan het woord is Maurits Luth (29), de kersverse voorganger van de Baptisten Gemeente Kampen.
Na vijf jaar in Drenthe twee dorpskerken te hebben gediend, is hij nu vanaf 1 mei in onze hartelijke Hanzestad full-time aan de slag. Op verzoek van de Baptisten Gemeente in Kampen ook met een speciale opdracht: om juist niet alleen bínnen de kerk zijn werk te doen. ‘Je kan zeggen: ik heb mij eigenlijk gedeeltelijk door de gemeente op straat laten zetten, om zo de verbinding te zoeken tussen mensen onderling én tussen God en mensen.’
‘Vrolijk in de Heer en recht in de leer’
De nieuwe voorganger heeft de zorg voor een gemeente van ongeveer driehonderd leden, waarbij ook opmerkelijk veel kinderen. De gemeenschap komt normaal gesproken samen in het kerkgebouw De Schalmei in wijk De Maten. ‘Het is een prachtige, stabiele en op elkaar betrokken community, die groeit in aantal en die zich kenmerkt vanwege haar verschillende moderne muziekteams en duidelijke preken, die je aan het denken zetten,’ zo beschrijft Luth zijn kudde. ‘En mijzelf omschrijf ik wel eens als ‘recht in de leer en vrolijk in de Heer’ - dus het lijkt wel een ‘match made in Heaven’ tussen voorganger en gemeente,’ lacht de jonge voorganger.
Kerk in beweging
Een stabiele kerk dus, maar toch ziet de kerk nog duidelijk gebieden waarin ze zich willen ontwikkelen. ‘Je moet als gemeente onderweg blijven en nooit denken dat je er wel bent. Gods werk staat immers nooit stil. In de voorbereiding op onze komst naar Kampen werd benoemd dat de baptisten hier graag minder op zichzelf willen zijn en meer naar buiten willen treden, zowel naar andere kerken toe als naar álle stadsgenoten.’ Luth geeft aan dat hij daarbij niet in de eerste plaats denkt aan zieltjes winnen op straat. Hij vraagt zichzelf hardop af: ‘Hoe kan het zijn dat in een stad met zoveel kerken bijvoorbeeld eenzaamheid nog steeds een thema is? Dat zou toch eigenlijk niet mogen? Dan hebben we als kerken inderdaad naar buiten te treden en is het volop Goed Nieuws als we simpelweg liefhebben door trouw te zijn in het bezoeken van een eenzame oudere - of drie. Liever dat, zou ik zeggen, dan je vrome euro in de collectezak.’
Teleurstelling in christenen
De wens naar buiten te treden was iets dat erg klikte bij de overwegingen van het gezin om te verhuizen naar Kampen. ‘Kampen staat vanouds bekend als christelijk en er zijn inderdaad nog relatief veel grote kerken. Maar dat is juist het probleem, denk ik: vanwege de grootte denken we dat we elkaar niet nodig hebben. Bovendien maakt dat, dat we vaak heel druk kunnen zijn met ons eigen boeltje behouden in plaats van echt je hart en leven openen voor mensen die anders geloven en die niet geloven. Dat er dan veel mensen afknappen op zo’n intern-gerichte en zelf-behoudende kerk, dat snap ik wel.’ Of hij denkt dat dan goed te kunnen maken? ‘Nou, ik snap heel goed dat mensen teleurgesteld zijn in christenen. Ik werk namelijk dagelijks met ze en ik ben voornamelijk ook vaak in mijzelf teleurgesteld. Maar naar die verhalen en pijn luisteren, je er door laten raken - dat doe ik met bewogenheid. En menig keer, merk ik dan, is dat luisteren ook heilzaam voor diegene die het mij verteld.’
Noodzaak voor meer bruggen
Ondanks zijn duidelijke enthousiasme beseft hij dat hij niet alles zelf moet willen en kunnen trekken. ‘We maken als kerken geen goede reclame. Zolang we bekend blijven staan als mensen die elkaar bevechten over details en strijdend voor het eigen gelijk, zullen we nooit een geloof-waardige club zijn waar andere mensen enthousiast van raken. Daarom gaat samenwerking met andere kerken mij aan mijn hart. Jezus zegt niet voor niets dat we bekend moeten staan om onze liefde voor elkaar. Daar geloof ik dan ook in en ik zie dat het ook echt zo werkt, dat je sámen ver komt. Kampen heeft echt meer bruggen nodig.’
Stadspastor(aat)
En hoe gaat dat nu concreet gebeuren? ‘Ik ben blij dat je het vraagt. Afgelopen twee maanden heb ik al best wat collega-voorgangers ontmoet, bijvoorbeeld, om naar hen maar een eerste bruggetje te slaan. Per augustus is er mede daardoor al een nieuw initiatief ontwikkelt - op wekelijkse basis, in de Bovenkerk, dat ik samen met drie andere voorgangers mag gaan dragen.’ Wat dat is? ‘Dat zal je vast op korte termijn lezen in deze prachtige krant.’ Hij vervolgt snel: ‘Bovendien bezin ik mij nu stevig met andere collega’s op wat je ‘stadspastoraat’ kan noemen. Stel je eens voor: dat je naast het winkelen ook gewoon de Bovenkerk weer kan binnenlopen om daar even bij een professionele pastor je hart te luchten met een gratis kop Kamper koffie, om daar een kaarsje aan te steken, stil te zijn of om er gebed te ontvangen. Zonder oordeel of ongevraagd advies. Daar is vast en zeker behoefte aan en het maakt onze stad nóg mooier. En het maakt onze Bovenkerk gelijk weer wat meer van de Kampenaren.’ De kersverse Kamper voorganger glundert alleen al bij de gedachte.