KAMPEN – Musea mogen per 1 juni weer open, maar voor Museum De Stadsboerderij in de Groenestraat zit heropening in het ‘nieuwe normaal’ er niet in. Niet alleen is het museum afhankelijk van veelal oudere vrijwilligers, ook is het nagenoeg onmogelijk om goed anderhalve meter afstand te bewaren in het smalle pand in de binnenstad. Evert Duitman: “Het compacte van een stadsboerderij is nu een bedreiging.”
Het was oorspronkelijk de bedoeling dat Museum De Stadsboerderij in de derde week van april open zou gaan. Tot en met eind september zou het museum elke zaterdag te bezoeken zijn voor geïnteresseerden. Maar het liep anders. “In januari was er een vrijwilligersavond met iedereen die betrokken is bij stichting Ons Erfgoed. We wilden allemaal graag toewerken naar het nieuwe seizoen. Er waren bijvoorbeeld plannen om een nieuwe fotowand te maken, achter het pand. Maar daar ging een streep doorheen door het coronavirus. Het is wel een domper”, aldus Evert Duitman, voorzitter van de beheercommissie.
Begin juni mogen de musea hun deuren weer openen. Duitman laat weten dat er overwogen is om ook De Stadsboerderij weer open te stellen voor publiek. “We hebben de optie open gehouden om bezoek op afspraak mogelijk te maken voor maximaal twee personen, onder begeleiding van een vrijwilliger. Maar daar hebben wij toch vanaf gezien.” De belangrijkste reden? “De meerderheid van onze vrijwilligers is 75 jaar of ouder en valt daarmee in de risicogroep. We willen ze niet blootstellen aan een ruimte waar ook andere mensen komen.”
Duitman wijst erop dat het ook een opgave is om binnen het museum anderhalve meter afstand te bewaren tot elkaar. “Ons museum is daar gewoon te krap voor.” Museum De Stadsboerderij is namelijk gevestigd in, jawel, een oude stadsboerderij. “Vanaf de Middeleeuwen tot in de twintigste eeuw hebben de mensen heel kort op elkaar geleefd, want dat gaf warmte en bescherming. Het compacte van een stadsboerderij is nu een bedreiging.” Duitman loopt met een meetlint naar de smalle gang aan de voorkant van het pand. “De gang is niet eens anderhalve meter breed”, constateert hij. “Alle bezoekers moeten door deze gang naar binnen en naar buiten. Een ander museum heeft misschien een nooduitgang of een route, maar dat hebben wij niet.”
Voor Museum de Stadsboerderij zit een heropening er zodoende voorlopig nog niet in. “Dat vind ik erg jammer. Ons museum draait op vrijwilligers die het verhaal van de stadsboeren vertellen. Dat kan nu gewoon niet.”
Wanneer het wel weer zou kunnen? Duitman kan het niet zeggen. “Wanneer de anderhalvemeterregel is afgeschaft, dan kunnen wij weer grotere groepen ontvangen. Ook is het belangrijk dat de ouderen niet meer zo kwetsbaar zijn, dus dat er bijvoorbeeld een vaccin voor het coronavirus is ontwikkeld.” Dat kan nog wel even duren, weet ook Duitman. “Ik verwacht niet dat wij voor september weer open kunnen. We zijn nu aan het kijken of er een virtuele tour door het museum opgezet kan worden, net zoals het Voerman Museum heeft. Zo kan het verhaal van de stadsboeren toch verteld worden, ondanks dat ons museum gesloten is.”