‘Pleeg geen moord’, was het gebod waarop we ons zouden richten, de tweede maandagavond in januari in de Levensbron. We waren met de reeks avonden die we als Vrijzinnigen besteden aan de Tien Geboden aangekomen bij het zesde. ‘Gij zult niet doden’, of zoals het in de Nieuwe Bijbelvertaling staat: ‘pleeg geen moord’. Ik voorzag een avond met diepgaande en felle discussies over de betekenis van dit gebod voor morele kwesties als euthanasie, abortus en doodstraf. Al te vaak wordt dit gebod te pas en te onpas gebruikt bij deze complexe en kwetsbare thema’s. Maar de avond werd spannender, en misschien ook wel betekenisvoller.
We lezen de Tien Geboden aan de hand van een boek van de joodse rabbijn en filosoof Marc-Alain Ouaknin. Hij legt op een heldere en aanstekelijke manier de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst van de Tien Geboden uit, en herformuleert ze ook in de taal van de 21e eeuw. Ouaknin weet ons steeds weer te verrassen met nieuwe invalshoeken en andere zienswijzen op de Tien Geboden. Een nieuw licht op die oude geboden die sommigen van ons als kind elke zondag van de kansel hoorden ‘donderen’. De geboden die een belangrijke rol hebben gespeeld in de morele vorming van velen van ons.
Een manier van lezen waarmee Ouaknin ons verrast, is het ‘gij zult niet moorden’ te lezen op microniveau, in het licht van de dagelijkse onderlinge relaties. Hij zegt onder andere dat, wanneer je zegt dat iemand ‘niet meer voor jou bestaat’, dat ook een vorm van doden is. Op het moment dat je de ander ‘monddood’ maakt, ‘dood zwijgt’ of ‘links laat liggen’, is dat ook een vorm van moorden, zegt Ouaknin. Want daarmee ontneem je de ander de mogelijkheid tot communiceren, zichzelf te overstijgen, en de mens te worden die hij of zij bedoeld is te zijn. Eigenlijk is dat ook in lijn met wat Jezus zegt in Matteüs 5: jullie hebben gehoord dat er gezegd is ‘pleeg geen moord’, maar wie ‘dwaas’ of ‘nietsnut’ zegt, doet hetzelfde of erger (vrij vertaald). Door je medemens uit te schelden, weg te zetten, er een karikatuur van te maken, overtreed je dit gebod.
De eerste ‘moord’ in de Bijbel is die door Kaïn op zijn broer Abel. Ouaknin wijst erop dat er niet of nauwelijks tussen de broers gesproken wordt in het verhaal. Er heerst stilte, er wordt niet gecommuniceerd. (Behalve het ‘laten wij het veld in gaan’ door Kaïn…) Als er niet meer gesproken wordt tussen mensen -zegt Ouaknin- loop je het risico dat je elkaar in verstarde en gestolde beelden doodt.
Door zó naar dit zesde gebod te kijken, en het tot ons door te laten dringen, kreeg het ‘pleeg geen moord’ opeens betekenis voor ons leven van alledag. Want hoe vaak komt het niet voor dat we door beeldvorming of kwaadspreken de werkelijke identiteit en uniciteit van iemand te kort doen…
De volgende avond over de Tien Geboden is op 10 februari, om 19.30 in de Levensbron, Vloeddijk 62.
Anneke van der Velde is voorganger van de Vereniging van Vrijzinnigen

