BENADEREN
Hoe honden elkaar tijdens een wandeling benaderen is altijd weer een verassing. Het ligt er namelijk aan wat zij in de naderende partij zien. Als beide honden binnen de bebouwde kom aan de lijn lopen, is de kans het grootst dat zij elkaar onder een spanningsboog tegemoet treden. Wat wij soms tegenkomen is, dat een baas met hond aan de lijn samen een blok vormen tegen ons als aankomende optocht. Vaak zie ik al uit de verte dat begeleiders hun hond onopzettelijk attenderen op een tegenligger, als wij tenminste al door de menselijke ondersteuners zijn opgemerkt. Vaak ziet een hondenbaas al ver voor zich uit iemand met een andere hond aankomen. Dit roept een stukje spanning op en wat gebeurt er dan; onwillekeurig wordt de lijn strak getrokken. En juist dit is voor het benaderde hondenbeest het signaal van: let op, daar komt een soortgenoot aan. Op dat moment is er bij beiden, hondencoach en hond, inderdaad die spanningsboog ontstaan. Ik kan er dan ook op wachten dat mijn hond eveneens op zijn hoede is en daar betrap ik mijzelf in dat geval dan ook op. Maar wat ik niet doe, is zelf de lijn strak trekken, zodat ook ik mijn dier laat weten dat het moment van opletten is aangebroken. Jammer genoeg doet mijn vierpoter het zelf wel, omdat zijn interesse nu ook gewekt is. Die prikkel zorgt ervoor dat hij in staat van prikkelbaar-zijn, is. We zien bij het dicht bij komen dat de twee dieren naar elkaar toe trekken. Het beste is dan om aan die spanning van beide dieren tegemoet te komen. Gelukkig heeft mijn hond geleerd dat hij de ander van achter beleefd moet benaderen en in de allermeeste gevallen loopt de ontmoeting zonder kleerscheuren af. Begeleiders en honden zijn dan tevreden gesteld en lopen na een eventueel gemoedelijk praatje door. Mochten de dieren elkaar toch afbekken, dan is er nog niets aan de hand. In dat geval maken de begeleiders geen praatje en nemen hun honden die toch aangelijnd zijn, gewoon verder mee op de wandeling.
Als wij in de gelukkige omstandigheid zijn dat honden lekker los mogen lopen, wordt de kans bij benadering van twee dieren al een stuk gunstiger. Als de beesten elkaar al kennen, is het vaak een run naar elkaar. Van gewoon, rustig lopend, elkaar benaderen, is dan vaak geen sprake. Vrienden begroeten elkaar hartelijk toch, en daar hoort een stuk spontaniteit van uit te gaan. Het kan anders verlopen als er nog nooit contact is geweest tussen de dieren. Het ligt er dan aan hoe de hondenbeesten elkaar op afstand inschatten. Als eentje van de twee zich niet helemaal flink genoeg voelt om met de ander nader kennis te maken, gaat hij er plat bij liggen om al spiedend om zich heen te kijken in afwachting van de toenadering van de ander. Het leuke is dan om te zien hoe honden zich vaak aan die emotie en dat gedrag van de op dat moment wat onzekere hond, aanpassen. Vaak zie je dan dat degene die het meeste belang bij toenadering heeft, wat verstijfd, zich ook een beetje naar de grond toe richt en langzamerhand toch dichter naar de ander sluipt. Eenmaal bij elkaar springt de ander als gestoken op, laat zich uitgebreid besnuffelen of rent met gebogen staart zo maar ergens heen. Heel vaak vat de naderende hond dit als een speelse daad op en rent domweg achter de "prooi" aan, zonder dat de achtervolgde zichzelf als prooi ziet.
Echt edelmoedig vind ik het (maar dat is dan vanuit mijn menselijk standpunt gezien) als een kleine hond die geleerd heeft te keffen wanneer er een grote lobbes aankomt, dat die uit de kluiten gewassen lomperd meestal met een boog om het hondje, dat heeft ervaren dat aanval de beste verdediging is, heen loopt. Aan het signaal van: houd rekening met me, geven de meeste grotere honden wel gehoor. Meestal lopen zij ook door.
In deze tijd hebben onze honden eigenlijk wat meer mogelijkheden dan wij mensen. Zij mogen nog nader met elkaar kennis maken als zij dit beide willen. Hoe anders moeten wij reageren. Wij worden dan niet al lopend aan de lijn tegengehouden door een fysiek sterkere macht, maar de macht die het virus op ons uitoefent, maakt toch dat wij moeten gehoorzamen aan wetten die voor ons niet altijd even natuurlijk zijn. Als die macht ons afblaft, moeten wij, net als onze grote viervoeter, afstand nemen. Er met een boog omheen gaan. En op minstens 1,5 meter afstand blijven staan als we toch contact willen maken.
Bert Nieuwenhuis.