Voor veel inwoners van Kampen is het nagenoeg onmogelijk om te begrijpen hoe het huishoudboekje van de gemeente er voor staat. Op school leerden sommigen van ons boekhouden en dat was tamelijk eenvoudig. Je hebt debet posten en credit posten, minnen en plussen, transacties (journaalposten) moeten in evenwicht zijn. Uitgaven en inkomsten bepalen samen het saldo of het resultaat. Heb je aan het eind van het jaar iets over gehouden dan heb je een positief saldo en dat stop je dan in je spaarpot. Heb je meer uitgegeven dan ontvangen dan heb je een tekort. Als de gemeente een tekort heeft dan haalt ze dit uit haar spaarpotje.
In de jaarrekening 2019 in één oogopslag (die afgelopen week in De Brug was te lezen) is te lezen dat de gemeente een positief resultaat had over 2019 van +1.5 miljoen. Wat er niet duidelijk bij wordt verteld is dat, om dit positief resultaat te krijgen, de gemeente uit haar spaarpotje heeft gesnoept. Hoeveel, dat valt te berekenen als we de bedragen van de spaarvarkentjes -uit de jaarrekening 2019 in één oogopslag- bij elkaar tellen. We zien daar onder inkomsten uit reserves (onder het kopje andere inkomsten) een bedrag van 18.7 miljoen. Waar komt dat bedrag vandaan, dit komt uit het spaarvarkentje van de gemeente (het eigen vermogen).
Ook zien we dat de gemeente 7.6 miljoen uitgaven aan reserves dus weer in het spaarpotje heeft gestopt. We laten een resultaat zien van +1.5 miljoen als saldo van inkomsten en uitgaven, maar ons spaarvarkentje is intussen 11.1 miljoen lichter geworden… “Dubbel boekhouden”.
Elk jaar maak ik samen met mijn gezin een begroting; ik stel vast dat we meer geld willen uitgeven dan er binnenkomt. We moeten dus bezuinigen. Haverwege het jaar maak ik de eerste tussenstand op (bij de gemeente 1e BEstuursRAPportage). Mijn gezinsleden zijn blij, ze roepen dat ze goed op koers liggen met de bezuinigingen, we hebben minder meer uitgegeven. Lees: we geven nog steeds meer uit (Gemeente: Sociaal Domein). Mijn gezinsleden mopperen dat dat komt omdat ze te weinig zakgeld krijgen (Rijksoverheid geeft te weinig geld) waardoor ze geld uit hun spaarpotten moeten halen. Ook andere gezinnen (andere gemeenten) klagen over tekorten. Er wordt (in de mei-circulaire van de Rijksoverheid) besloten het zakgeld structureel te verhogen. Er ontstaat een nieuwe discussie in het gezin: Moeten we de spaarpot terugvullen of gaan we nieuwe kleren kopen?
De VVD vindt dat we het bedrag van de verhoogde rijksuitkeringen (van gemiddeld 2.3 miljoen per jaar) die de gemeente de komende 4 jaren meer ontvangt, moeten toevoegen aan ons spaarpotje. De in de perspectiefnota (meerjarenplan) genoemde voorlopige maatregelen van het college moeten er daarnaast voor gaan zorgen dat de het huishoudboekje weer klopt zonder aan de spaarpot te komen.
Of dit ook gaat gebeuren horen we als op 2 juli in de gemeenteraadsvergadering de perspectiefnota wordt besproken.