KAMPEN - Medewerkers van een heibedrijf verrichtten in december 2016 werkzaamheden voor de bouw van parkeergarage Buitenhaven in Kampen. Een week na afronding daarvan vertoonden drie medewerkers van het heibedrijf ziekteverschijnselen. In maart 2017 stelde het heibedrijf de gemeente hiervoor aansprakelijk.
Uit toxicologisch onderzoek blijkt nu dat er geen relatie is aangetoond tussen de mogelijke diagnoses en de blootstelling die tijdens het heien en koppensnellen kan hebben plaatsgevonden. Op basis van deze conclusie heeft de verzekeraar van de gemeente de aansprakelijkstelling door het heibedrijf afgewezen. De onderzoekers concluderen dat de gezondheidseffecten op de lange termijn als gevolg van de blootstelling aan tolueen, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen niet te verwachten zijn. De blootstelling is daarvoor te laag geweest. Voor benzeen concluderen de onderzoekers dat de blootstelling te kort is geweest om te kunnen spreken over een relevant gezondheidsrisico.
Doel van het onderzoek
In 2018 is op verzoek van het college – mede naar aanleiding van een verzoek van het heibedrijf daartoe – opdracht gegeven aan het Expertise Centrum Toxische Stoffen van PreventPartner om een toxicologisch onderzoek te verrichten. Het doel van dit onderzoek was vooral duidelijkheid te geven aan het heibedrijf en daarmee ook aan de betreffende medewerkers over de mogelijke gezondheidseffecten en –risico’s op korte en lange termijn. En ook om, zo mogelijk, ongerustheid bij de medewerkers van dat bedrijf weg te nemen. Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen: een inventarisatiefase (feitenrelaas) en de fase van het opstellen van een risicoanalyse. Het onderzoek heeft bijna twee jaar geduurd.
Reactie college
Kort voor het zomerreces ontvingen de gemeente en het hei de eindrapportage van het toxicologisch onderzoek. De onderzoekers concluderen dat er voor de medewerkers van het heibedrijf zelfs in een worst-case scenario geen sprake is geweest van relevante gezondheidsrisico’s en dat geen gezondheidseffecten op lange termijn zijn te verwachten.
Naast deze conclusie stellen de onderzoekers het aannemelijk te vinden dat de medewerkers van het heibedrijf tijdens de heiwerkzaamheden en de koppensnelwerkzaamheden blootgesteld zijn aan BTEXN (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xyleen en naftaleen). Voor het eerst ligt er nu een rapport met een dergelijke conclusie. Mede op basis van ontvangen reacties van adviseurs meent het college dat er wel de nodige kanttekeningen zijn te maken bij de onderbouwing van deze laatste conclusie. Zo lijkt onvoldoende rekening te zijn gehouden met de toegepaste heimethode en specifieke omgevingsfactoren. Ook zijn eerdere onderzoeken van derden die niet waren bedoeld en ook niet geschikt zijn voor het trekken van conclusies over het vrijkomen van of de herkomst van stoffen, door PreventPartner wel daarvoor gebruikt. De belangrijkste conclusie van PreventPartner is echter dat er geen sprake is geweest van relevante gezondheidsrisico’s, dat geen gezondheidseffecten zijn te verwachten en dat geen relatie is aangetoond tussen de mogelijke diagnoses van medewerkers en de blootstelling die kan hebben plaatsgevonden.
Bert | vrijdag 18 september 2020 11:12