KAMPEN – In het kader van de Maand van de Geschiedenis werd zaterdag 12 september in het Informatiecentrum in de Stadskazerne de expositie ‘Kamper jongens in Indië, 1945-1950’ geopend.
Honderden Kamper en IJsselmuider jongemannen vertrokken, vrijwillig of dienstplichtig maar met grote steun van het thuisfront, naar ‘de Oost’ om Nederlands-Indië dat zich zelfstandig had verklaard voor het koninkrijk te behouden. Hoe verging het ze? En waarom bleef de stad hen steunen, terwijl Nederland al direct na 17 augustus 1945, toen Indonesië zich onafhankelijk verklaarde, tot op het bot verdeeld raakte? Met een kleine expositie in het Informatiecentrum en een artikel in het HT (Historisch Tijdschrift) brengen Stadsarchief en HV Jan van Arkel samen het bijzondere verhaal van de ‘Kamper jongens in Indië’.
Expositie en artikel volgen twee van hen, Frans Gunnink en Gerrit (‘Gait’) van der Drift. De boezemvrienden, zoons van de koffiefabrikant en de politiecommissaris, meldden zich vanuit het verzet waarin ze actief waren direct na de bevrijding samen als oorlogsvrijwilliger (OVW’er) bij de ‘Haantjes’. Het is de geuzennaam van het Veluwe Bataljon, het 1e Bataljon van het 8e Regiment Infanterie dat vanuit de Binnenlandse Strijdkrachten in juni 1945 was opgericht om in Duitsland de geallieerden te ondersteunen. Op verzoek van prins Bernhard gingen ze naar Nederlands-Indië, om ‘orde en rust te brengen’ in de kolonie die na de Japanse bezetting weer behoefte had aan sterk Nederlands gezag. Althans, dat dachten ze, maar het liep allemaal anders. Indonesië werd, vijf jaar en een bloedige oorlog later, onafhankelijk en Frans en Gait kwamen om. Met nog elf andere Kamper en IJsselmuider Indiëgangers, sneuvelden ze in een oorlog waar Nederland allang niet trots meer op is.
Frans’ jongste broer Daan Gunnink was 13 toen zijn oudste broer sneuvelde. Hij verloor met hem zijn grote voorbeeld. Hij zou de rest van zijn leven waken over de herinnering aan Frans en hoe hij zich oprecht had willen inzetten, samen met zijn maatje ‘Gait’ van der Drift, voor een beter lot van ‘ons’ Indië. Daan Gunnink, inmiddels 87 jaar, stelde evenals Indië-kenner in Kampen Gerrit de Munnik bijzonder materiaal en informatie ter beschikking voor zowel de expositie als het artikel. Expositie en artikel zijn gemaakt door Herman Broers (HV JvA), Annelies Rijkhoff, Floris Joustra en Hester Timmerman (allen Stadsarchief).
De expositie is te zien tot 31 oktober op dinsdag en donderdag van 9.00 tot 16.00 uur. Het bijbehorende artikel verschijnt in het september/oktobernummer van het Historisch Tijdschrift.