In 2020 herdenkt de Kamper loge Le Profond Silence ( De diepe stilte) dat zij 250 jaar bestaat en daarmee de oudste vereniging in Kampen is. Zij herdenkt dit mede met de presentatie van het boek De stilte doorbroken dat door Iet Erdtsieck wordt geschreven. In De Brug wordt in aanloop naar de publicatie elke maand een nieuwe gedeelte uit het boek gepubliceerd.
In deze aflevering komen drie broeders – Theo ,Walter en Nico - van de loge Le Profond Silence zelf aan het woord. De broeders vertellen hoe zij hun vrijmetselaarsschap beleven. Hun partners – die als vrouw zelf geen lid van de Orde kunnen zijn - geven hun mening over het vrijmetselaar zijn van hun man.
Broeder Theo diende de loge als Achtbare (voorzittend) meester van 1996-2000 en van 2005-2007. De laatste periode vond hij moeilijk, maar ‘als de loge je roept zeg je niet nee’. Dus zag hij het als zijn opdracht gehoor te geven aan het verzoek om het voorzitterschap opnieuw waar te nemen tot een nieuw talent hem kon opvolgen. Terugziende op zijn tijd als voorzitter zegt hij dat het al de energie die hij erin stopte waard is geweest en dat hij het als voorrecht beschouwt de loge te hebben mogen leiden.
Broeder Walter werd in 1987 ingewijd als leerling. Hij diende de loge in vele functies en in de jaren 2011-2014 als voorzittend meester. De beslissing om vrijmetselaar te worden heeft hem veel vreugde gebracht. Hij maakte kennis met muziek en literatuur. Andere broeders leerden hem op zoek te gaan naar zichzelf en leefden hem voor wat vrijmetselarij inhield, met name zijn overleden vriend Bas.
Broeders Nico (geb. 1933) is de oudste broeder in de Kamper loge. Hij was (is) een trouwe dienaar van de Orde. Hij vond in de loge broederschap en hoopte door de vrijmetselarij een goed mens te worden. En ook nu, in het verpleeghuis, als zijn gedachten vaak wegzweven of verward zijn, vertelt hij in zijn goede dagen over de loge en over het belang een goed mens te worden en zo bij te dragen tot/aan een betere wereld.
Zijn vrouw Mary voelt zich sterk met de vrijmetselarij verweven door haar man en haar beide zonen Hans en Ernst, die eveneens vrijmetselaar zijn. Zij betreurt het dat zij bij de ritualen – inwijding, verheffing en bevordering - die haar man zo diep raakten, niet kon worden toegelaten. Zij vertelt hoe haar man Nico zijn houvast in het leven vond in de maçonnerie.
Jeannette, de vrouw van broeder Walter voelt zich tevens verbonden met de vrijmetselarij van haar man Walter. Hij heeft geen geheimen voor haar. Zij was betrokken bij de loge Le Profond Silence. Zij zong er tijdens het Sylvesterfeest, maar deed ook schoonmaakwerkzaamheden zoals het wassen van de vitrage en gordijnen, kaarsenvet verwijderen van de kandelaars en de zolder opruimen.
Voor Broeder Theo’s vrouw Willy is de vrijmetselarij van huis uit vertrouwd. Haar grootvaders en vader waren maçons en tevens Remonstrants. Zij leefden zonder dogma’s. Haar man was getroffen door deze sfeer in het huis van zijn vrouw en werd vrijmetselaar. Deze afkomst heeft er ongetwijfeld mee te maken dat zij vindt dat de ritualen alleen haar partner aangaan.
Echter, de meeste partners van de vrijmetselaren in de Kamper loge vinden het spijtig dat zij bij de ritualen, die hun man zo diep raakten, niet aanwezig konden zijn.
De volgende en laatste aflevering heeft de vorm van een samenvatting.