In 2020 herdenkt de Kamper loge Le Profond Silence ( De diepe stilte) dat zij 250 jaar bestaat en daarmee de oudste vereniging in Kampen is. Zij herdenkt dit mede met de presentatie van het boek De stilte doorbroken dat door Iet Erdtsieck wordt geschreven. In De Brug wordt in aanloop naar de publicatie elke maand een nieuwe gedeelte uit het boek gepubliceerd.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw raakte de loge Le Profond Silence enigszins in de versukkeling. In die tijd lag het aantal leden rond de dertig. Deze bezochten - uit laksheid - de bijeenkomsten slecht. Soms waren er maar acht broeders aanwezig. Een enkele keer kwam het voor dat een vergadering wegens geringe deelname werd afgelast. Die toestand verbeterde toen de maçons Wilko van Koldam en Roel Kolle lid werden van de Kamper loge.
Vrijmetselaar en geschiedenisleraar Wilko van Koldam was afkomstig uit Den Helder. Hij werd rector aan het Almere College in Kampen. Roel Kolle was vroeger planter geweest en was afkomstig uit een van de Zwolse loges voordat hij Le Profond Silence in Kampen ging versterken. De mannen werden vrienden en vulden elkaar wonderwel aan. Koldam bedachtzaam en Kolle opvliegend en beiden een grote kennis bezittend van de vrijmetselarij. Naast deze twee broeders functioneerde oud politie-adjudant Mannus Koers, die eveneens een kenner was van het maçonnieke leven. Deze drie K’s werden een begrip in de Kamper loge. Hun eerste werk was om de leerlingen en gezellen beter te onderwijzen. En het tweede om naar buiten te treden, door middel van lezingen en tentoonstellingen.
De eerste tentoonstelling over vrijmetselarij was in 1985 en wel in het Vestzaktheater van de Stadsgehoorzaal. Daarbij was het een voordeel dat de toenmalige directeur - Hans Smit – een vrijmetselaar was. In het Vestzaktheater werd de tempel nagebouwd en broeders gaven daarbij uitleg aan de bezoekers over het maçonnieke leven. De tentoonstelling werd door burgemeester Henk Kleemans, vergezeld door zijn vrouw Annet, geopend. Wilko van Koldam kende hen goed. De manifestatie heette: ‘Vrijmetselarij, bouwen aan jezelf’. De tentoonstelling duurde een week en trok meer dan 1000 bezoekers en had bovendien een goede pers.
Van Koldam en Kolle wisten al snel dat men de pers nodig had om de ideeën van de vrijmetselarij onder de aandacht van het publiek te brengen. Zij nodigden daarom Theun van Bruggen van het Kamper Nieuwsblad en Gerard Berendsen van het Nieuw Kamper Dagblad uit om een kijkje in het logegebouw te nemen. Natuurlijk vroegen de journalisten wat het geheim van de vrijmetselarij was, waarop Van Koldam antwoordde: ’Het enige geheim is ons persoonlijk leven’.
In 1988 trad de loge opnieuw naar buiten. In dat jaar was het 100 jaar geleden dat de loge Le Profond Silence een eigen gebouw in de Boven Nieuwstraat had betrokken. Dat vierde men door het gebouw open te stellen voor profanen (niet-vrijmetselaars). De meer dan 200 belangstellen bezochten zowel de voorhof als de tempel. Deze openheid bracht mannen ertoe vrijmetselaar te worden. In 1988 telde de Kamper loge 48 broeders.
Deze openheid was weldadig voor de loge. Hoewel niet alle vooroordelen over vrijmetselarij werden weggenomen, ging men de loge als onderdeel zien van het maatschappelijk leven in Kampen. Men zag dat dat de rector van een scholengemeenschap en een adjudant van politie tevens vrijmetselaar konden zijn. En dat het bijvoorbeeld een giftig sprookje was dat ieder jaar een vrijmetselaar diende te sterven.
In de volgende aflevering komen vrijmetselaars en hun partners zelf aan het woord.