De Brug

Woensdag, 12 november 2025

Al het nieuws uit Kampen, IJsselmuiden e.o.

Aflevering IX, 250 jaar loge, Column De Brug

Aflevering IX, 250 jaar loge, Column De Brug
Foto: Tennekes.
Redactie: Nick de Vries

In 2020 herdenkt de Kamper loge Le Profond Silence ( De diepe stilte) dat zij 250 jaar bestaat en daarmee de oudste vereniging in Kampen is. Zij herdenkt dit mede met de presentatie van het boek De stilte doorbroken dat door Iet Erdtsieck wordt geschreven. In De Brug wordt tot de publicatie elke maand een nieuwe gedeelte uit het boek gepubliceerd.

Toen de Duitsers in 1940 Nederland binnenvielen waren er twee groepen die hier onmiddellijk de dupe van werden, namelijk: Joden en vrijmetselaren. In deze aflevering zal het gaan over de gevolgen van deze inval voor vrijmetselaren.

In de zomer van 1940 verbood de bezetter alle bijeenkomsten van vrijmetselaren en alle samenkomsten van de broeders die tot de organisatie van Odd Fellows behoorden. De bezittingen van alle loges in Nederland werden verbeurd verklaard. De oude grootmeester van het Grootoosten der Nederlanden - Hermannus van Tongeren - werd gevangen genomen. Hij werd later overgebracht naar het concentratiekamp Sachsenhausen, waar hij binnen korte tijd stierf aan uitputting, doordat hem water en voedsel waren onthouden.

In Kampen werden alle bezittingen van de loge Le Profond Silence (LPS) geconfisqueerd. Daaronder vielen niet alleen het gebouw en de inventaris van de loge, maar ook al haar tegoeden, waaronder spaargeld, Armenkas, gelden van het Studiefonds en de gelden van de Hulpbank van Minvermogenden. Alles werd in beslag genomen. De bezetter droeg de afwikkeling op aan de NSB-er mr. A. Brandsma uit Zwolle. Brandsma gaf op zijn beurt opdracht aan de Kamper politiecommissaris W.F.O. van der Drift de loge in Kampen te ontmantelen. Er is een rekening bewaard gebleven waarop de kosten van de ontmanteling worden vermeld.

Op deze rekening staan onder andere de volgende posten: Gebouw en inboedel onderhands verkocht aan H. Lamberts voor ƒ7.500,-; Commissaris van Politie Kampen, boeken verzenden naar Den Haag en onkosten vernietiging ƒ40,-; J. Hemstra, deurwaarder te Kampen, taxatie van gebouw en inboedel ƒ15,-; A.S. Roest van Limburg te Kampen, taxatie van het gebouw ƒ7,50; J.H. Lamberts, Kampen, voor verwijdering van emblemen ƒ55,10 en J. Brunt en G. Klaassen, Kampen, voor hulp Commissaris van Politie ƒ20,-.

Vlak voor het uitbreken van de oorlog telde de loge LPS 11 broeders. Vier van hen waren officier en werden weggevoerd naar een krijgsgevangenkamp. Enkele oude broeders woonden buiten Kampen. Het is vooral broeder Johannes Enserink geweest, die zich verzette tegen de maatregelen die zijn loge troffen. Hij kon het confisqueren en het leegroven van het gebouw niet voorkomen. Wel deed hij een poging om de Hulpbank van Minvermogenden – waarvan hij de secretaris was - draaiende te houden.

Ook burgemeester H.M. Oldenhof trachtte de Hulpbank in stand te houden door Brandsma erop te wijzen, dat de opheffing van deze bank voor de mindere man in Kampen zeer nadelig zou zijn. Tevergeefs. De geleende gelden die nog binnenkwamen moest Enserink afdragen aan commissaris Van der Drift. Op een gegeven ogenblik weigerde broeder Enserink nog langer geld voor de bezetter in te zamelen.

LPS kon evenmin voorkomen dat Lamberts het logegebouw later doorverkocht aan de Hervormde Vereeniging op Gereformeerden Grondslag. Na de oorlog was de loge genoodzaakt haar eigen gebouw van deze vereniging terug te kopen. Wat de loge deed. Al met al een bittere zaak.

In de volgende aflevering kunt u lezen hoe de loge LPS zich weer oprichtte onder de bezielende leiding van voorzittend meester André Jäger.