De lokale winkelier krijgt het door de opmars van online ketens steeds zwaarder. Zeker nu door de coronamaatregelen winkelend publiek vaker thuis blijft. Veel lokale winkels zijn echter nog steeds open. Iedere winkelier heeft z’n eigen maatregelen genomen om het winkelbezoek toch mogelijk te maken. Juist in deze tijden is het belangrijk dat de lokale gemeenschap haar lokale ondernemers ondersteunt.
De grote online winkels voeren al jaren een bijna oneerlijke concurrentiestrijd tegen de lokale ondernemers. Ondersteund door diverse geldschieters, kunnen zij al jaren producten aanbieden voor eigenlijk onredelijke prijzen. Met het grote geld achter zich hopen zij de kleintjes uit de markt te drukken en wat gebeurt daarna met de prijzen? Die komen waarschijnlijk weer op hetzelfde niveau als die van de lokale ondernemer, die nu zijn zaak heeft moeten sluiten. Weer een winkelpand dat leeg staat.
Slecht voor de lokale economie
De concurrentie is niet alleen oneerlijk, maar ook slecht voor de lokale economie. In het verleden ging geld van de plaatselijke bakker, naar de plaatselijke schilder, naar de plaatselijke sportschoolhouder, die weer een broodje kocht bij de plaatselijke bakker. Iedereen profiteerde van het geld dat circuleerde in de gemeenschap. Nu gaat het geld van de Kampenaar die online bestelt rechtstreeks naar Ali Baba in China of naar Amazon in Amerika en wat doen die bedrijven voor de lokale economie? Niets. Lokale ondernemers sponsoren de plaatselijke verenigingen, onderhouden de prachtige panden in onze nu nog gezellige binnenstad en zorgen voor het nodige leven in de brouwerij. Ze zijn broodnodig voor het bruisend houden van de stad.
‘Het winkelcentrum is het kloppend hart van elke stad en elk dorp. Stel je eens voor dat er geen winkel is om nieuwe schoenen te kopen, je nergens terecht kunt voor vers brood, kapsalons gesloten blijven en een drankje doen op het terras niet meer kan.’ Aan het woord is marketeer Sander van den Brink, als lid van het lokale centrummanagement van een middelgrote gemeente is hij verantwoordelijk voor de promotie van het winkelcentrum. Daarnaast volgt hij het aanbod in andere winkelcentra op de voet.
De juiste mix
In tijden waarin iedereen meer en meer online bestelt, benadrukt hij het belang van een lokaal fysiek aanbod. In combinatie met het aanbod van grote ketens. ‘Daarmee is er voor elke smaak en portemonnee een optie en spreekt een centrum een brede doelgroep aan. Je kunt voor een unieke outfit bij de lokale ondernemer terecht, of bij een keten binnenstappen voor de basics.’
Hij geeft als voorbeeld: ‘Als 80% van de winkels min of meer hetzelfde aanbiedt, ben je snel klaar. Mensen willen echt een dagje uit zijn en dan maakt het vaak niet eens of je kleding, woonartikelen of accessoires verkoopt. Men- sen komen zelden voor één winkel naar een centrum toe. Wel voor een gevarieerd en uniek winkelaanbod afgewisseld met gezellige winkelstraten, vriendelijke medewerkers en entertainment. Als klant heb je daar rechtstreeks invloed op door het centrum financieel te steunen.’ In die samenwerking ziet hij een belangrijke rol weggelegd voor de lokale ondernemer. ‘De gevestigde namen geven wellicht bekendheid aan een winkelcentrum, maar de lokale middenstand geeft kleur en zorgt voor leven in de brouwerij.’
Die beleving proeft en ervaart een klant meest- al niet wanneer hij online winkelt. Hoewel online weer andere voordelen biedt, zoals het gemak. ‘Met een paar klikken is alles online te bestellen. Het is aan de lokale ondernemers de taak om dat gedrag minder vanzelfsprekend te maken. Met een moeilijk verkrijgbaar product wat jij wel kunt leveren, een winkel met een onderscheidend aanbod of de gezelligheid van ons-kent-ons.’ Daarnaast speelt service een belangrijke rol. ‘Neem witgoed. Vaak is een wasmachine online goedkoper, maar stopt de service ook bij aflevering. Als lokale ondernemer kun je van meerwaarde zijn door langer garantie te bieden en problemen sneller op te lossen.’