ZWOLLE/KAMPEN Een forse vechtpartij tussen twee groepen jongeren in de Oudestraat in Kampen eindigde met een jongen die bewusteloos op straat bleef liggen. Hij ondervindt tot op de dag van vandaag de gevolgen. Donderdag werden straffen tot 3 maanden cel geëist tegen zes mannen voor openlijke geweldpleging.
Een groep familieleden uit Oldebroek en Zwolle liep na het wokken door de binnenstad van Kampen op de avond van 16 maart vorig jaar. Ze kwamen een 'groep Brunnepers' tegen, zoals een getuige later verklaarde. Er werd over en weer geschreeuwd en de vlam sloeg in de pan. Over en weer werd geslagen maar een jongen raakte in de knel. Hij viel en terwijl hij op de grond lag, kreeg hij een harde trap in zijn gezicht. Hij brak zijn kaak. Elke avond na het eten heeft hij nog altijd hoofdpijn als gevolg van het letsel. Mogelijk zal hij dat zijn leven lang houden, zei zijn raadsvrouw. Donderdag verschenen zes verdachten in de rechtszaal in Zwolle: drie van de 'Oldebroeker' groep en drie uit de gemeente Kampen. De man die de schop uitdeelde, de 22-jarige Kampenaar R. van N., was hevig geschrokken. Hij zat enkele dagen in de cel. Hij zei ter zitting dat hij op zijn hoofd werd geslagen terwijl hij schopte. Hij had niet gezien dat het slachtoffer op de grond lag. De officier van justitie zag het anders. Getuigen zagen hem overduidelijk in het gezicht schoppen terwijl de jongen al op de grond lag. De officier van justitie eiste tegen Van N. de hoogste straf: 3 maanden cel.
De rollen van de overige 5 verdachten waren anders. De 22-jarige J.S. uit Zwolle was volgens haar de aanstichter. Hij rende als eerste op de groep af waarna de vechtpartij ontstond. Tegen hem eiste ze een werkstraf van 80 uur. Tegen de andere jongemannen eiste ze dezelfde straf. De twee raadsvrouwen van de verdachten hadden een heel ander verhaal. Zo moest de 24-jarige G.S uit Oldebroek worden vrijgesproken. Hij arriveerde pas nadat de vechtpartij al voorbij was. De advocaat van de Kamper groep deed een beroep op noodweer. Deze groep werd immers aangevallen door de Oldebroekers en hadden het recht zich te verweren.
De rechter vond het niet relevant wie er begonnen is met vechten. Ze gaf de advocaat van G.S. gelijk dat hij geen rol had in het geweld. Hij werd vrijgesproken. Vier verdachten kregen een werkstraf van 60 uur opgelegd. R. van N., de man die de schop uitdeelde, kreeg de geëiste celstraf, maar dan wel geheel voorwaardelijk. Daar bovenop kreeg hij nog een werkstraf van 120 uur. De rechter legde de celstraf voorwaardelijk op mede omdat het feit al ruim 1,5 jaar terug speelde.