KAMPEN/ZWOLLE (JPZ) Toegesnelde agenten schoten gericht op personen tijdens een inbraak op een industrieterrein in Zwartsluis. De Kamper agent die als eerste schoot hoorde donderdag een voorwaardelijke werkstraf van 40 uur tegen zich eisen in de rechtbank in Zwolle.
Volgens het Openbaar Ministerie was er op 8 januari vorig jaar sprake van onrechtmatig gebruik van geweld. De agent is een poging doodslag en een poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel ten laste gelegd. Op 8 over 2 in de nacht van 8 januari krijgt de meldkamer van de politie een melding over een mogelijke inbraak op bedrijventerrein Groot Kranerweerd. De 60-jarige J.S., agent in Kampen, en een collega gaan in dienstvoertuig 7304 ter plaatse.
Volgens de collega van S., die achter het stuur zat, zou er in dat pand kort ervoor een hennepplantage zijn opgerold. Ter plaatse zagen ze een auto met koplampen gericht op de weg staan. Bij het pand zijn op de achtergrond schimmen zichtbaar. Dit is foute boel. Hier is sprake van een inbraak, zegt S. Terwijl zijn college het kenteken noteert, stapt S. uit. Hij hoort de motor draaien. Plots komt de Seat in zijn richting.
Schot in knie
Hij roept 'Stop, politie!' maar de auto blijft rijden. Hij schiet vervolgens twee keer gericht op een van de koplampen van de auto en stapt opzij. Vlak erna komt een persoon uit het pand gerend. Vrijwel gelijk erna schiet hij twee keer op de benen van die man. Die wordt twee keer in zijn knie geraakt. Zijn collega schiet ook op de wagen. Omdat deze agent niet wist wie er aan het schieten was, was zijn actie niet laakbaar, oordeelde het OM eerder.
De vraag die tijdens de rechtszitting centraal stond: had de agent het recht te schieten op de auto en meteen erna op de inbreker? Welke dreiging kwam er bijvoorbeeld van de man die uit het pand kwam gelopen, vroeg de voorzitter zich af. Op deze laatste vraag had S. geen duidelijk antwoord. Het was in een reflex, zei hij. De agent zei dat het in één beweging ging: hij schoot op de auto en vrijwel meteen erna kwam een inbreker uit het pand gerend. Tussen het uit de politiewagen stappen en de melding dat beide agenten geschoten hadden, zat slechts 8 seconden, aldus zijn raadsman. Hij was als het ware verblind door de koplampen van de Seat en kon niet zien wat er zich achter de auto plaatsvond. Maar van de politie mag in dergelijke situaties meer dan van burgers verwacht worden dat ze juist reageren, aldus de officier van justitie. Hij schoot van opzij richting de auto. Ook omdat hij tijdens het opzij stappen schoot, moest hij er rekening mee houden dat hij de bestuurder zou raken, aldus de officier.
Volgens de raadsman heeft zijn cliënt, die sinds jaren '70 in het vak zit, slapeloze nachten gehad sinds het gebeuren rond de vraag waarom hij geschoten heeft. Hij meent gedaan te hebben wat van hem verwacht mocht worden. Hij wordt daarin gesteund door het korps. De verdediging vond dat de agent vrijgesproken moet worden omdat hier sprake was van noodweer.
Vonnis op 18 december.